Ik knik en volg Sunny naar haar auto. Ik stap in en ga op de passagiersstoel zitten. Sunny stapt ook in en start de auto. "Waar wil je het over hebben?" Vraag ik alvast zodat ik me alvast kan voorbereiden.
Ik glimlach naar Young terwijl ik mn spullen in pak. 'Tot morgen!' zeg ik lief tegen hem waarna ik naar Yoona kijk. 'Zullen we gaan?' vraag ik aan haar waarna ik richting mijn auto loop.
Ik walg zo van hem.. Waarom moest hij dat zeggen? Nou vind Sunny hem alleen maar nog leuker! Ik kijk op als ik zie dat Sunny een briefje op mijn tafel legt. Praten? Waarover? Vast niet over dat Youngmin niet te vertrouwen is. Nee, natuurlijk krijg ik weer een preek van hoe 'betoverend' hij is. Ik rol met mijn ogen en probeer de rest van de les te volgen wat onmogelijk lukt. Mijn gedachtes zijn totaal ergens anders... Bij Youngmin, en het gesprek tussen mij en Sunny wat nog gaat komen. Het duurd niet lang voor de les is afgelopen en iedereen zijn en haar spullen pakt. Ik blijf even zitten en terwijl Sunny haar tas in pakt sta ik op. "Tot morgen" zegt Youngmin met een glimlach naar haar en zijn tas op zijn schouder. Dan loopt hij het klaslokaal uit en pak ik ook mijn spullen in.
Ik keek verbaast naar het gesprek tussen Young en Yoona. Waar ging het over? En wat dat Yoona vreemd. Geschrokken keek ze op toen ze een hard geluid hoorde en ze leek uit haar trance te zijn ontwaakt. Ze probeerde zich te focussen op de les totdat ze Young haar woorden hoorde gebruiken. Ze glimlachte even maar ze zag dat Yoona wel kon kotsen. Ze scheurde een briefje uit haar schrift en schreef. 'Jij en ik, na school bij mij thuis. We moeten praten' en schoof het onder Yoona's neus.
Weg? wat bedoeld ze? "wat?" vraag ik. "Net toen we tegen elkaar aanbotste..." Ik onderbreek haar snel. "Ja!" zeg ik, voordat ze nog verder kan praten. Ik kijk naar Sunny. Ze lijkt het ook niet te begrijpen maar zegt niks. "In het bos... Wat deden jullie daar?" Vraagt Yoona. "Vogeltjes... bekijken.." Zeg ik glimlachend maar toch ook schamend. "Maar... Je zei dat je Sunny niet had gezien? Ik zocht voor haar, loog je?" Wat heeft Kwangmin allemaal gezegt? "Oh, ik snap het... Je wist waar ze was en loog erover.. wat wil je van haar?!" Ze klinkt boos. Heel boos. Een klap op het schoolbord laat haar kalmeren. Ik draai me om en zie de leraar staan met een stok in zijn hand. Dat moet hij hebben gebruikt om op het schoolbord te slaan. "Nou..?" Hoor ik haar zachtjes achter me fluisteren. "Ze is... bijzonder..." fluister ik uiteindelijk terug, met dezelfde woorden die Sunny eerder gebruikte.
"Wat is er met jou?" vraag ik als ik Sunny verward zie gaan zitten. Ze zegt niet een hallo. Youngmin gaat weer voor ons zitten en ik blijf hem serieus aankijken. Ik weet niet hoe en of hij het had gemerkt maar hij draaide zich om, natuurlijk weer met zijn 'fake' glimlach. "Waar kwamen jullie vandaag?" Vraag ik. "Het bos" zegt hij glimlachend. "Moest je daarom zo snel weg?"
Ik ben te verbaast om nog iets te zeggen. Met mijn hoofd heel ergens anders loop ik met Young mee naar de volgende les. Ik herhaalde de gebeurtenis in mijn gedachte. Ik struikelde en nog geen seconde later ving hij me op! Zijn armen, zo sterk om me heen. Maar hoe kon hij zo snel zijn? En zo sterk, hij hield me vast alsof ik een veertje was. Nog steeds met mijn hoofd ergens anders nam ik plaats in de schoolbanken.
Ik knik. en samen lopen we terug naar de les als de vogel opeens voor ons langs vliegt. Nog geen centimeter voor onze gezichten. Sunny schrikt en struikelt. Ik greep haar snel beet waardoor ze niet valt. Ze kijkt me aan. Ze moet wel denken waarom ik zou snel kon reageren? Ieder mens had haar laten vallen. had ik dat ook moeten doen? Kwangmin had me hier jaren geleden al voor gewaarschuwd. "Gebruik nooit demonen krachten op publieke plekken. Mensen zouden het niet kunnen." Ben ik ontmanteld? Ze kijkt me nog steeds aan en onze gezichten zijn maar een paar centimeter van elkaar vandaag. "We... moeten naar de les.." zeg ik en ik trek haar bij haar arm mee het schoolgebouw in.
Ik glimlach en strijk even over het beestje heen. Ik heb altijd al iets gehad met vogels, als ik me alleen voelde waren ze er altijd voor me. Ze spraken tegen me, of vrolijkte me op met hun mooie gezang. Het mooie moment werd onderbroken door de bel en ik zucht. 'Les roept weer'
Snel loop ik weg van het school terein voordat er nog meer mensen aan me komen vragen waar Sunny is, alsof ik weet wie dat is! Als mijn broertje vanavond thuis komt moet ik toch eens een hartig woordje met hem spreken, dit moet stoppen!
"Jeez, wat heeft hij opeens?" Zeg ik hardop in mezelf. Wie is hij? En waarom staat hij in een jaarboek van 100 jaar geleden? Is hij een spook ofzo? Nee, onmogenlijk. Ik haal mezelf uit mijn gedachtes en ga op zoek naar Sunny. Ik loop de hele school rond maar kan haar nergens vinden. uitgeput besluit ik maar in de kantine te gaan zitten.
Ik bloos even en kijk snel weg. "Dank je" Zeg ik zo zacht mogelijk. Of dacht ik het? Bijzonder he? Vond mijn broer dat maar. Het vogeltje komt dichterbij en vliegt een rondje om ons heen. We glimlachen allebei naar elkaar.
Ik glimlach lief. 'Het geluid van vogels is rustgevend' verzucht ze waarna ze Youngmin kijkt. Hij was echt perfect! Hij was mooi, slim, lief en hij hield van vogels. Ze glimlacht breed. 'Je bent bijzonder' zegt ze daarna spontaan en zonder er bij na te denken.
Ik glimlach naar het meisje wat tegen me aan loopt. Ik wil eigenlijk reageren zoals ik dat altijd doe maar om geen argwaan te creëren besluit ik te doen als mijn broertje. 'Het geeft niet' zeg ik zo vriendelijk mogelijk. 'En nee, ik heb haar niet gezien' voeg ik daar aan toe en loop daarna zo snel mogelijk weg. Weg van deze plek.
Ik loop de bibliotheek uit en loop naar de uitgang van de school. Het is mooi weer en Sunny zal misschien ook wel buiten zijn... Met die kwal... Ik zucht en kijkt niet waar ik loop als ik tegen iemand aanbots. "Oh sorry..." zeg ik en ik kijk op om te zien tegen wie ik zojuist ben aangelopen. "Youngmin?" Zeg ik. "Heb je Sunny gezien?" Ik heb Sunny beloofd aardig te zijn, dus dat doe ik dan ook. Hij kijkt anders. Heel serieus. Dan grijnst hij opeens. Het is geen glimlach. Hij glimlacht niet. Zie je wel dat zijn glimlach fake was. En waarom heeft hij zich omgekleed? Ook zijn aura is iets anders, gemener... Hoe kan dat? Iets aan hem maakt me bang.
Ik glimlach. "Om eerlijk te zijn kwam ik hier om alleen te zijn. Dat heeft niet echt gewerkt he?" Ik glimlach nog steeds maar zie dat ze een beetje beteutert kijkt. "Nee, zo bedoel ik het niet..." Ik zucht en kijk naar een vogeltje in de boom. Het fluit en fladdert vrolijk rond. "Ik hou van het gezang van vogels." Zeg ik, random maar het is waar. Toen ik nog menselijk was kwam ik altijd in het bos om te luisteren naar de vogeltjes.
Ik kijk glimlachend naar Youngmin. 'Ik ben helemaal alleen. Yoona is in de bieb' zei ik tegen hem om duidelijk te maken dat ze waarschijnlijk ook niet snel terug zou komen. 'Wat doe je hier aan de rand van het bos?' vroeg ik daarna nieuwsgierig aan hem.
Ik blijf nog steeds naar de foto staren. Is dit Youngmin of niet? Het is onmogenlijk toch? Dit was 100 jaar geleden en alles wat ik lees is niet waar, toch? Vampiers, spoken… ze bestaan niet, toch? Ik lijf mezelf alleen maar vragen stellen en stop het boek in mijn tas. Ik wil hier meer over weten. Ik wil weten wie hij werkelijk is.
Ik snap echt niet wat Kwangmin nou zo moeilijk doet. Het is toch mijn beslissing? Ik draai me om als ik mijn naam hoor. Ik glimlach naar Sunny. "Hey!" Zeg ik, al vraag ik me af wat ze hier doet en wel zonder haar vriendin. "Ben je alleen?" Vraag ik uit nieuwschierigheid.
'Youngmin!' riep ik toen ik hem zag staan. Toen hij zich naar mij omdraaide kwam er meteen een grote glimlach op mijn gezicht. Hij was zoo mooi! Ik zwijmelde weer weg bij hem terwijl ik naar hem toe liep.
Ik hoorde een meisje onze kans op komen. Ik kon wel in mezelf vloeken. 'Ik spreek je vanavond! Hou je gedeisd!' zei ik tegen mijn kleine broertje. 'Dit is nog niet voorbij!' voegde ik daar aan toe. 'Terug naar school, wat een grap!' zei ik mompelend toen ik weg liep.
"Dat is onmogenlijk.” Zeg ik in mezelf, zo zacht mogenlijk. Youngmin? Hoe kan hij op die foto staan? Ik staar nog steeds naar de foto. Ik kan het nog steeds niet geloven. Hij moet het zijn. Het is onmogenlijk dat hij er precies hetzelfde uit ziet als een voorouders, toch? Of niet? Hoe is dit mogenlijk? Ik kijk weer naar het supernatural boek in mijn andere hand. Een vampier? Een spook misschien?
"Kwang, ga weg... ga naar huis. Ik wil dit, waarom kan je me niet eens wat gunnen? Ik ben het zat om de hele dag thuis te zitten, niks te doen in die veel te grote villa. 100 jaar lang hebben we dat al gedaan en waar maak je je nou zo druk om? Iedereen van toen is er allang niet meer, alsof ik herkent zo worden?"
Ik liep glimlachend naar buiten. Stiekem was ik al een beetje verliefd geworden op Youngmin. Iets in hem trok hem in mij aan. Hij is zo lief, zo schattig! Ik kijk even rond over het plein maar zie Younmin niet zitten. Ik besluit even door te lopen, hij moest hier zijn! Ik zag hem naar buiten lopen.
Ik kijk mijn broer aan. '100 jaar geleden hoorde wij hier! Doe normaal Young! Dit is niet meer onze plek!' zei ik tegen mijn broertje. 'Ga met mij mee naar huis Young!'
Ik glimlach en loop de klas uit naar de bieb. “Zie je zo!” Zeg ik nog tegen haar.
Eenmaal in de bieb ga ik naar mijn favoriete afdeling. Ik vond lezen altijd al erg leuk. Vooral als de verhalen gaan over het bovennatuurlijke. Komt vast door mijn gave ofzo… ik pak een random boek en loop naar een rustig plekje bij de muur ik ga zitten en bekijk de voorkant. Hmm… Supernatural. Deze gasten hebben tenminste geen geheimen. Ah, misschien is Youngmin ook wel een of andere spokenjager ofzo… Dat verklaard zijn gemixte aura.. Ik schud die gedachte snel van me af en sla het boek open als me opeens iets opvalt aan de muur. Steekt er nou iets uit? Ik trek aan het voorwerp wat waarschijnlijk een boek is en trek het eruit. Wie stopt er nou een boek in de muur? Ik kijk naar de kaft. ‘1913’ staat erop. Een jaarboek? Uit 1913? Zo cool. Ik sla het boek open en blader er even in als ik bij een klassenfoto uitkom. Dus zo zagen mensen er toendertijd uit. Wauw. Dat zo’n boek nog al die tijd bewaard is gebleven. Maar waarom tussen de muur? “Oh my god.” Zeg ik als mijn oog valt op een jongen links in de hoek van de foto. Die aanstekelijke glimlach kan je gewoon niet missen.